“Vergunningaanvraag RTHA chaotisch en onvolledig”

MOB schrijft op verzoek van BTV Rotterdam kritisch rapport over vergunningaanvraag RTHA.

De vergunningaanvraag van RTHA wordt bestempeld als chaotisch en onvolledig.

Aanleiding

Rotterdam The Hague Airport (RTHA) heeft bij de DCMR een revisievergunning aangevraagd als een actualisatie van de oude vergunningen en bijlagen. Naar zeggen van de directie van de luchthaven heeft de vergunningaanvraag nadrukkelijk niets te maken met het aantal vliegbewegingen, het zou alleen van toepassing zijn voor de grondgebonden activiteiten, zoals logistieke ondersteuning.

De BTV Rotterdam vertrouwde deze benadering niet en verzocht de juridische specialist bij uitstek op dit gebied, de Mobilisation for the Environment (MOB) hier namens de vereniging een zienswijze voor op te stellen. Hun conclusie is vernietigend. Deze aanvraag is onlosmakelijk verbonden met de het zgn Luchthavenbesluit, waarin o.a. het aantal vliegbewegingen wordt gereguleerd.

Conclusie van de MOB

De aanvraag voor een omgevingsvergunning voor Rotterdam The Hague Airport is onvolledig, onduidelijk en voldoet niet aan de wettelijke eisen; MOB adviseert daarom de aanvraag te weigeren.

De aanvraag mist essentiële informatie over natuur, milieu, geluid, luchtkwaliteit, water, bodem en veiligheid, waardoor een zorgvuldige beoordeling onmogelijk is.

Onjuiste informatie over beroepsrecht

In de kennisgeving bij de vergunningaanvraag wordt gesteld dat alleen beroep kan worden ingesteld als er een zienswijze is ingediend. Volgens MOB is dit onjuist: ook zonder het indienen van een zienswijze kan beroep worden ingesteld, zoals bevestigd door het “Varkens in nood-arrest”. Dit betekent dat de toegang tot de rechter niet mag worden beperkt tot alleen degenen die eerder een zienswijze hebben ingediend.

Gebrekkige natuurvergunning en soortenbescherming

De aanvraag valt onder het oude wettelijke regime, maar er is geen geldige natuurvergunning voor gebiedsbescherming. Er is slechts een “positieve weigering” afgegeven, die volgens recente uitspraken van de Raad van State niet als vergunning geldt. MOB heeft hiertegen beroep aangetekend. Daarnaast loopt de ontheffing voor soortenbescherming binnenkort af en is het onjuist dat geen nieuwe activiteiten of uitbreidingen worden aangevraagd; er is wel degelijk sprake van uitbreiding. Hierdoor geldt de aanhaakplicht: zonder een geldige natuurvergunning kan de aanvraag niet in behandeling worden genomen.

Onvolledige en onduidelijke aanvraag

De aanvraag mist cruciale informatie over de omvang van de vergunde activiteiten. Het is niet duidelijk hoeveel vliegbewegingen en passagiers worden aangevraagd en vergund, en hoeveel er eerder waren toegestaan. In de media wordt gesproken over een groei van 1 miljoen passagiers per jaar, maar dit is niet terug te vinden in de aanvraag of de voorschriften. Hierdoor is het onduidelijk welke activiteiten precies worden toegevoegd aan de bestaande vergunningen.

Daarnaast ontbreekt een wettelijk verplichte niet-technische samenvatting, wat een formeel gebrek is. Ook zijn belangrijke bijlagen, zoals bijlage 19 over luchtkwaliteit, sterk verouderd (2021) en houden ze geen rekening met de strengere normen die vanaf 2030 gelden.

Onduidelijkheid over vergunde activiteiten

Door het chaotische karakter van de aanvraag is niet duidelijk wat er precies wordt vergund qua vliegbewegingen, passagiers, bezoekers en openingstijden. MOB stelt dat deze gegevens kwantitatief in de voorschriften moeten worden opgenomen, zodat helder is wat de omvang van de vergunde activiteiten is.

Onvoldoende coördinatie met lozingsvergunningen

De aanvraag beschrijft lozingen van afvalwater, verontreinigd grondwater en mogelijk verontreinigd regenwater, maar het is onduidelijk of al dit water op het riool wordt geloosd of deels in oppervlaktewater. Glycol, gebruikt bij het ijsvrij maken van vliegtuigen, wordt kennelijk ongezuiverd geloosd, wat niet voldoet aan de Best Beschikbare Technieken (BBT). De bestaande lozingsvergunning uit 2017 dekt mogelijk niet alle lozingen. Door de toename van activiteiten zullen de lozingen toenemen, wat mogelijk in strijd is met het verslechteringsverbod uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Er is onvoldoende afstemming met de waterbeheerders.

Ontbreken van luchthavenverkeersbesluit (LVB) en MER

Sinds 2014 ontbreekt een actueel Luchthavenverkeersbesluit (LVB). Voor het nieuwe LVB is een milieueffectrapportage (MER) opgesteld, maar deze ontbreekt bij de aanvraagstukken. Volgens MOB zijn eerdere LVB’s nooit ter inspraak gelegd, waardoor RTHA daar geen rechten aan kan ontlenen. Er is geen MER of m.e.r.-beoordelingsbesluit toegevoegd, terwijl het om substantiële uitbreidingen gaat. Hierdoor is er geen duidelijk beeld van de milieugevolgen, vooral op het gebied van geluid en luchtverontreiniging.

Geluid: Onhaalbare groei en gebrekkige normen

De groei van het aantal passagiers is volgens MOB niet haalbaar binnen de huidige geluidsruimte. Grotere vliegtuigen produceren meer geluid, en de bestaande wet- en regelgeving laten geen groei toe. Het college van B&W heeft zich eerder uitgesproken tegen groei, mede vanwege woningbouwplannen die door de luchthaven in de knel komen. In het ontwerpbesluit ontbreken normen voor avond en nacht, en de maximaal toegestane geluidsniveaus (LaMax) zijn volgens MOB onacceptabel hoog.

Luchtkwaliteit: strengere normen en onvoldoende maatregelen

De voorgestelde voorschriften zijn te vrijblijvend en laten te veel luchtverontreiniging toe. Taxiën op motoren zou verboden moeten worden, en het gebruik van brandstof met tetra-ethyllood (een Zeer Zorgwekkende Stof, ZZS) moet worden uitgesloten. Vanaf 2030 gelden strengere Europese normen voor fijnstof (PM2,5 en PM10) en stikstofdioxide (NO2). De huidige aanvraag houdt hier geen rekening mee. In bijlage 19 worden NOx-concentraties genoemd die ruim boven de toekomstige norm liggen. MOB stelt dat het aantal vliegbewegingen moet worden verkleind om aan de nieuwe normen te voldoen. Nieuwe vliegtuigmotoren zijn zuiniger, maar stoten meer NOx uit dan oudere motoren.

Bodemonderzoek en tankactiviteiten

Er moet bodemonderzoek plaatsvinden, onder andere op PFAS. Bij het tanken kunnen ZZS vrijkomen; dampretour (terugwinning van dampen) moet verplicht worden gesteld bij tankactiviteiten.

Brandweer en blusmiddelen

Er moet een beperking komen op het gebruik van blusmiddelen, bijvoorbeeld door het verbieden van PFAS-houdende middelen.

ZZS/VRP: Onvolledig plan en gebrek aan maatregelen

Het Veiligheids- en Risicoprofiel (VRP) is onvolledig en bevat geen concrete maatregelen om de uitstoot van ZZS te beperken. De luchtvaart gebruikt nog steeds kerosine met een te hoog zwavelgehalte, terwijl zwavelarme kerosine beschikbaar is. Ook het gebruik van loodhoudende brandstof moet worden beëindigd. Het VRP mist cruciale informatie en maatregelen om de uitstoot van ZZS te beperken of te reduceren tot nul.

Samenvatting

De zienswijze van MOB en BTV op de ontwerpbeschikking voor RTHA is zeer kritisch. De kern van de kritiek is dat de aanvraag onvolledig en onduidelijk is, en niet voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van natuur, milieu, geluid, luchtkwaliteit, water, bodem en veiligheid. Er wordt gepleit voor het weigeren van de aanvraag, tenzij deze op alle genoemde punten wordt aangevuld en verbeterd.