De wereldwijde vraag naar biobrandstoffen groeit nog steeds, maar nieuw onderzoek toont aan dat deze zogenoemde ‘groene brandstoffen’ juist 16% meer CO₂ uitstoten dan de fossiele brandstoffen die ze moeten vervangen. Dat blijkt uit een rapport van onderzoeksbureau Cerulogy, in opdracht van Transport & Environment (T&E).
Landgebruik en voedselverspilling
Wereldwijd wordt inmiddels 32 miljoen hectare landbouwgrond gebruikt voor de teelt van gewassen die worden verbrand als biobrandstof. Daarmee wordt slechts 4% van de wereldwijde transportenergie gedekt. De grootste verbruiker binnen de transportsector is wegvervoer.
Volgens de onderzoekers zou slechts 3% van dit landoppervlak met zonnepanelen al dezelfde hoeveelheid energie kunnen leveren — zonder dat landbouwgrond verloren gaat. Dat land zou bovendien genoeg voedsel kunnen produceren voor 1,3 miljard mensen. Kortom, biobrandstof is dus niet efficiënt.
Meer CO₂ en waterverbruik
De analyse laat zien dat biobrandstoffen tegen 2030 naar verwachting 70 megaton CO₂-equivalenten meer zullen uitstoten dan fossiele brandstoffen – vergelijkbaar met de jaarlijkse uitstoot van 30 miljoen dieselauto’s.
Ook het waterverbruik is extreem hoog: om 100 kilometer te rijden op biobrandstof is gemiddeld 3.000 liter water nodig, terwijl een elektrische auto op zonne-energie slechts 20 liter nodig heeft.
“Een valse klimaatoplossing”
Volgens T&E-campagnevoerder Cian Delaney zijn biobrandstoffen een “vreselijke klimaatoplossing” die land, voedsel en publieke middelen verspilt:
“Als we slechts 3% van het huidige biobrandstofareaal zouden gebruiken voor zonne-energie, produceren we evenveel energie én houden we veel meer ruimte over voor voedsel en natuurherstel.”
De organisatie roept overheden op om beleid te richten op elektrificatie, efficiëntie en echt duurzame alternatieven, in plaats van biobrandstoffen die indirect bijdragen aan ontbossing en verlies van biodiversiteit.
Wereldwijde uitbreiding, ook voor luchtvaart
Landen als Brazilië, Canada en India willen hun productie van biobrandstoffen verder opvoeren. In Brazilië is zelfs het sojamoratorium opgeheven, wat ontbossing in het Amazonegebied kan versnellen. Deze ontbossing is snijden in een belangrijke levensader van deze wereldbol.
Ook de luchtvaartsector kijkt naar biobrandstoffen als mogelijke vervanger van kerosine – een ontwikkeling die volgens T&E “meer kwaad dan goed” kan doen.
Rotterdam The Hague Airport
De discussie over biobrandstoffen speelt ook in Nederland. Rotterdam The Hague Airport (RTHA) heeft onlangs een nieuw Luchthavenbesluit aangevraagd, waarin ook de verduurzaming van de luchtvaart een belangrijke rol speelt.
De vraag is echter of het inzetten op biobrandstoffen in dat kader werkelijk bijdraagt aan klimaatwinst, want de motoren gaan volgens dit onderzoek 16% meer CO₂ uitstoten. Een motor op biobrandstof blijft bovendien oorverdovend veel herrie maken.
Wanneer Nederland haar klimaatdoelstellingen wil halen, is de enige optie om minder vluchten te plannen, in plaats van meer. Het is dus nu al bekend dat RTHA op termijn niet kan voldoen aan de beloftes die het doet bij de aanvraag van de natuurvergunning.
Verduurzaming blijft achter
Nu zal op korte termijn niet veel veranderen voor het vliegverkeer en dus voor de natuur, want het verplichte bijmengen van de biobrandstof blijft ver achter op het schema. Naar verluid wordt momenteel maximaal 1% bijgemengd om de eenvoudige reden dat het product erg kostbaar is. Bovendien is het niet beschikbaar in de grote hoeveelheden die de nodig is. Hofleverancier SHELL, die eerder triomfantelijk aankondigde hiervoor een fabriek te bouwen, heeft dit project om economische redenen gestaakt.
Bron: DuurzaamOndernemen.nl, 10 oktober 2025