De VVD in Provinciale Staten Zuid-Holland profileert zich in recente vragen aan de voorzitter van Provinciale Staten als een onwrikbare fan van Rotterdam The Hague Airport (RTHA). In de schriftelijke vragen wordt de luchthaven bejubeld als cruciale schakel in de regionale economie en banenmotor. Echter, deze lofzang lijkt blind voor de feiten en doof voor de overlast die veel omwonenden bewezen ervaren.
Economische mythes ontkracht
De VVD-fractie blijft herhalen dat RTHA goed is voor banen en economische groei. Maar keer op keer blijkt uit degelijk onderzoek dat dit beeld veel te rooskleurig is, zelfs onjuist Tijdens een presentatie op de Euromast en een overhandiging in het Provinciehuis van het rapport Ruimbaanvoorrotterdam.nl heeft de BTV Rotterdam laten zien dat de economische voordelen van de luchthaven vaak zeer zwaar worden overschat en de maatschappelijke kosten ernstig onderschat.
Een nieuw onderzoek, in opdracht van Provinciale Staten, zal de bevindingen van onafhankelijke economen waarschijnlijk opnieuw bevestigen. Het is daarom belangrijk om beslissingen te baseren op feiten in plaats van aannames en emoties. Een eerlijke afweging tussen economische groei en de belangen van omwonenden en milieu is essentieel. Bovendien is het opvallend dat de VVD, die normaal gesproken voor vrije marktwerking pleit, in het geval van RTHA juist de luchtvaartsector lijkt te willen beschermen.
Meldingen: minder melders, minder overlast?
Opvallend is de focus van de VVD op de klachtenregistratie rond geluidsoverlast. De partij lijkt zich vooral te storen aan het feit dat een relatief kleine groep melders verantwoordelijk is voor een groot deel van de meldingen. Hiermee wordt de suggestie gewekt dat de overlast wel mee zal vallen. Het is een te gemakkelijke, maar wel voorspelbare, redenering die geheel voorbijgaat aan de complexiteit van de problematiek. Vorig jaar publiceerden we een onderzoek hierover, dat we ook bij de provincie presenteerden. Bij die presentatie was de VVD fractie, die direct daarvoor terugkwam van een werkbezoek aan het vliegveld, opvallend afwezig.
Bij het samenstellen van het DCMR rapport werd opnieuw een andere en meldingenbeperkende rekenmethode gehanteerd. Het is juist zorgelijk dat de mogelijkheden tot het melden van overlast steeds verder worden beperkt. Dit leidt onvermijdelijk tot een afname van het aantal melders, wat ten onrechte de indruk kan wekken dat de overlast afneemt. In werkelijkheid kan het betekenen dat mensen afhaken omdat ze geen vertrouwen meer hebben in het meldingssysteem, of omdat de drempel om te melden te hoog is geworden. Overigens meldt een frequente melder gemiddeld slechts 5 maal per dag. Op gemiddeld 150 vluchten is dat zo'n 3% van de vluchten. Mensen wegzetten als zeurpieten is, politiek gezien, onjuist, onredelijk en ongepast.
Constructief voorstel
Betrouwbaarheid en validiteit waarborgen: een constructief voorstel.
De vraag van de VVD hoe de DCMR de betrouwbaarheid en validiteit van de meldingen waarborgt, is terecht. Echter, in plaats van het aantal meldingen te minimaliseren, zou de focus moeten liggen op het verbeteren van de meldingsprocedure en het vergroten van het vertrouwen in het systeem.
Een mogelijke aanpak zou zijn:
- Contact: De DCMR kan actief contact zoeken met omwonenden, bijvoorbeeld via enquêtes of bijeenkomsten, om een breder beeld te krijgen van de ervaren overlast.
- Transparantie: De DCMR kan inzichtelijk maken hoe meldingen worden verwerkt en welke acties worden ondernomen op basis van deze meldingen.
- Burgermeetnet: De DCMR is technisch beheerder van het Burgermeetnet, waar vliegtuiggeluidmetingen bij burgers wordt gedaan; deze informatie zou eenvoudig in de rapportage verwerkt kunnen worden.
- Onafhankelijk onderzoek: Naast meldingen zou de DCMR ook gebruik kunnen maken van onafhankelijk onderzoek naar de effecten van de luchthaven op de leefomgeving, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid en welzijn. De DCMR belooft al jaren een onderzoek te doen naar het meldingsgedrag door gehinderden en waarom men stopt te melden; het wachten is op de uitvoering.
Door op deze manier de betrouwbaarheid en validiteit van de gegevens te waarborgen, kan een eerlijker en completer beeld worden gevormd van de werkelijke impact van RTHA op de omgeving.
Oproep tot realisme
De VVD, die zich graag vereenzelvigt met de liberale vrije markt, zou moeten willen inzien dat een andere invulling van het luchthaventerrein ook binnen deze filosofie alleen maar winstpunten oplevert.
De BTV Rotterdam roept de VVD op om haar ieigen ideologische uitgangspunten echt serieus te nemen door een realistische blik te werpen op de feiten. RTHA is niet de onmisbare economische factor hetgeen door het luchtvaartbedrijf wordt gecommuniceerd. Een evenwichtige afweging van economische belangen, leefbaarheid en gezondheid is cruciaal voor de toekomst van Zuid-Holland. Daar staat het liberalisme ook voor. Eerst de mens, dan het geld. Laten we stoppen met het herhalen van luchthavenpropaganda en beginnen met het serieus nemen van de zorgen van omwonenden.
Terug naar de basis
Stel: de polder Zestienhoven is landbouwgebied, op een paar honderd meter van woonwijken. Stel dat de Schipholgroep een vliegveld daar nu wil aanleggen. Zou er dan een bouwvergunning worden afgegeven? Het antwoord is: Neen, natuurlijk niet. Waarom zou je dan voor een steeds verdere uitbreiding zijn in passagiersstromen en (grotere) vliegtuigen? Want, van wie is de lucht eigenlijk?