Ministerie  van Infrastructuuren WaterstaatLuchtvaartnota 2020 - 2050 gepresenteerd


Minister Cora van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) heeft alle (negatieve) kritiek over haar achterhaalde concept luchtvaartnota naast zich neergelegd en vervolgens de definitieve Luchtvaartnota 2020-2050 ingediend. Slechts een enkele cosmetische wijziging is doorgevoerd in het concept. Hiermee spuugt ze op de 2,5 miljoen gedupeerde bewoners.

Nieuwe wijn in oude zakken.

De BTV ziet dit als een enorme gemiste kans. Haar visie is blijven steken op een sterk verouderde theorie van tientallen jaren geleden en moet nu gelden voor de komende tientallen jaren.
Het document, wederom geheel gepresenteerd in KLM-huisstijlkleuren, laat met deze presentatie de vooringenomenheid van de minister zien. In haar begeleidende brief wordt niet gesproken over de blijvende gevolgen van corona op het internationaal vliegen, maar wordt alleen ruimbaan gemaakt voor ongehinderde groei. Als ‘greenwashing’ wordt er wel aan verbonden dat de groei moet worden verdiend. Samengevat: er mag méér worden gevlogen dan ooit te voren, als er maar minder overlast ontstaat.

Vliegen kost de belastingbetaler bergen met geld

Zelfs een kind weet dat dit onmogelijk is. Technische vernieuwingen die nu nog niet bestaan moeten in de toekomst met terugwerkende kracht draagvlak geven voor extra vervuiling en overlast. Ook wanneer dan wordt bevestigd dat de technologie geen oplossing kán bieden voor de overlast, zal de luchtvaartindustrie claimen dat eenmaal toegezegde rechten niet meer mogen worden afgenomen, “anders kost het duizenden banen”.
Dat de luchtvaartindustrie heeft tijdens de corona golf aangetoond géén bijdrage te leveren aan de economie. De realiteit is omgekeerd: een goed draaiende economie is nodig om miljardensteun aan de onrendabele luchtvaart te geven, is niet verwerkt in het rapport. Vervolgens vallen er alsnog duizenden ontslagen.

Vlucht vooruit

Ook nu weer de onrealistische vlucht vooruit met gehoopte innovatie die nodig zou zijn op vier terreinen:

  1. navigatie- en communicatietechnologie
  2. efficiëntere en stillere motoren en vliegtuigen
  3. duurzame brandstoffen
  4. elektrisch en hybride vliegen

Van alle vier de terreinen zijn nu reeds bekend dat hier geen mogelijkheden meer zijn:

  1. De lucht zit nu al vol vliegtuigen; door anders te navigeren levert dit geen rust op; het verplaatst slechts de herrie naar de buren
  2. Grote vliegtuigfabrikanten distantiëren zich van deze uitspraak omdat zij weten dat motoren nagenoeg zijn uit-ontwikkeld en niet substantieel stiller of efficiënter kunnen werken
  3. Duurzame brandstof is alleen tegen een kostprijs te maken die een veelvoud is van de fossiele brandstof. Reden: er is veel fossiele brandstof nodig om 1 liter ‘duurzame’ brandstof te maken. Dit is een onhaalbare route en een onbetaalbare.
  4. Elektrisch vliegen is een fabeltje: slechts heel kleine vliegtuigjes kunnen de zware accu’s meenemen die voldoende zijn om een korte afstand te overbruggen. Grote lijntoestellen zouden een trans-Atlantische vlucht honderdduizend kilo aan accu’s moeten meenemen. Het gewicht van de accu’s kan nooit lager worden; de laadtijd kan hoogstens teruggebracht worden van ‘enkele dagen’ tot iets korter.

Onhaalbaar en onrealistisch

Kortom, de voorwaarden die nu worden genoemd om luchtvaart te laten groeien zijn onhaalbaar en onrealistisch.
Brutale maatschappijen als KLM en Schiphol zullen snel het advies geven om flink te groeien om de financiën binnen te halen voor de investeringen die nodig zijn om de groei te verdienen. U raadt het al: die investeringen zullen nooit worden uitgevoerd op de schaal die werkelijk nodig is, want er is nu reeds een miljardenschuld die zij zouden moeten terugstorten in de staatskas.
De minister beduvelt de burger om het noodlijdende Schiphol alle ruimte te geven. De burger mag opdraaien voor de overlast, de vervuiling en nu ook de onbetaalde schulden. Maar, dan kunnen wij met ons allen zeggen dat Nederland de ‘grootste heeft.’

Lees hier de betreffende ambtelijke documenten.